AMTRAK werd in 1970 opgericht. De Amerikaanse overheid achtte dit nodig, omdat de private spoorwegmaatschappijen van Amerika zich steeds meer richtten op goederenvervoer en steeds minder interesse hadden in het vervoer van passagiers per spoor. Ooit exploiteerden deze maatschappijen beroemde lange-afstandstreinen, maar daar was eind jaren ‘60 weinig meer van over door de opkomst van de auto en vooral het vliegtuig. In 1971 werden het passagiersvervoer van de grote spoorwegmaatschappijen samengevoegd tot één nationale maatschappij voor het reizigersvervoer: AMTRAK, herkenbaar aan de zilverkleurige rijtuigen met de rood/wit/blauwe band. AMTRAK vervoert per jaar ongeveer 23 miljoen passagiers.